Het gebruik van de term 'vader' om naar priesters te verwijzen, is een uitdrukking van hun geestelijke vaderschap, van de pastorale rol die ze vervullen, van de traditie van de Kerk en van het respect dat de gemeenschap hen betoont. Het is een manier om hun vitale rol in het geestelijk leven van de gelovigen en binnen de Kerk te erkennen, met nadruk op hun verantwoordelijkheid om te leiden, te onderwijzen en te heiligen. Daarom noemen de gelovigen priesters 'vader', ter ere van de fundamentele rol die zij in hun leven spelen.
In het decreet Presbyterorum Ordinis, vastgesteld tijdens het Tweede Vaticaans Concilie, staat beschreven dat priesters met iedereen moeten samenleven, hen onderwijzend en vermanend als geliefde kinderen. Dit weerspiegelt de reden waarom de gelovigen priesters vader noemen, door hen te erkennen als een geestelijk gezag dat voor de kudde zorgt zoals een vader voor zijn kinderen zorgt.
In zijn brief aan de gemeenschap van Korinthe stelt Paulus zichzelf voor als een geestelijke vader, bezorgd om te begeleiden, te corrigeren en met vaderlijke tederheid lief te hebben. Hij stuurt Timoteüs, die hij 'geliefde zoon' noemt, waarmee hij het concept van geestelijk vaderschap versterkt, wat een van de redenen is waarom christenen priesters vader noemen.
Hoewel de term 'vader' niet rechtstreeks in de Schrift voorkomt, is de rol van priester, of presbyter, duidelijk vastgesteld. In Handelingen 14, 23 benoemen Paulus en Barnabas oudsten in elke gemeenschap, die de rol van geestelijke leiders vervullen. Vandaag, net als toen, worden priesters gekozen en gewijd door een bisschop, die 'dubbel eerwaardig' zijn (1 Timoteüs 5, 17), om het volk van God te leiden en te dienen.
Het geestelijk vaderschap van priesters in de Katholieke Kerk
Priesters worden 'vader' genoemd als teken van respect en erkenning voor hun geestelijke vaderschap, waarbij ze de gelovigen leiden, onderwijzen en verzorgen zoals een vader voor zijn kinderen zorgt, zoals vastgelegd in de traditie van de Kerk.
-
Catecismo da Igreja Católica, Artigo 6: O Sacramento da Ordem, §§ 1536-1600.
-
1 Tessalonicenses 2,11-12
-
1 Coríntios 4,15
-
Presbyterorum Ordinis: parágrafo 6.
-
1 Coríntios 4, 14-17: Paulo se apresenta como pai espiritual e envia Timóteo aos coríntios.
-
Atos 14, 23: Paulo e Barnabé nomeiam presbíteros nas novas comunidades cristãs.
-
Atos 20, 17-18: Paulo se despede e instrui os presbíteros de Éfeso.
-
Tiago 5, 14: Presbíteros são chamados para orar e ungir os doentes.
-
1 Pedro 5, 1-3: Pedro exorta presbíteros a liderarem com humildade e exemplo.
-
1 Timóteo 5, 17-19: Presbíteros que ensinam bem devem ser honrados duplamente.
-
Tito 1, 5-7: Paulo orienta Tito a nomear presbíteros irrepreensíveis.
-
Atos 15, 2-6: Presbíteros participam do Concílio de Jerusalém sobre a circuncisão.
-
Atos 11, 30: Socorro enviado aos cristãos é entregue aos presbíteros.
Hoewel alle inspanningen worden geleverd om de nauwkeurigheid en naleving van de leer van de Katholieke Kerk te waarborgen, erkennen we dat er fouten kunnen optreden in de interpretatie of presentatie van de informatie. Als u een antwoord of inhoud vindt die in strijd is met de officiële leer van de Kerk, vragen wij u vriendelijk om ons hiervan op de hoogte te stellen. Wij zijn toegewijd aan het snel herzien en corrigeren van eventuele fouten die worden geïdentificeerd.
Wij begrijpen dat trouw aan de leer van de Kerk essentieel is en daarom waarderen wij de samenwerking van gebruikers om de integriteit van de gepresenteerde inhoud te waarborgen.
Wij danken u voor uw begrip en toewijding aan het katholieke geloof.