Wij, katholieken, geloven dat de leer van de erfzonde fundamenteel is om de menselijke conditie te begrijpen. Volgens deze leer worden we allemaal geboren in een staat van gebrek aan oorspronkelijke heiligheid en gerechtigheid, als gevolg van de zonde van Adam en Eva in de Hof van Eden. Het is geen zonde die elke persoon individueel begaat, maar iets dat we allemaal hebben geërfd—een vlek op onze menselijke natuur. Genesis 3, 1-19 vertelt over deze ongehoorzaamheid die de hele mensheid heeft beïnvloed.
Voor ons is de erfzonde geen persoonlijke fout, maar een conditie die ons geneigd maakt tot het kwaad. De Catechismus van de Katholieke Kerk legt uit dat hoewel onze natuur door deze zonde gewond is, ze niet volledig is vernietigd. We hebben nog steeds vrijheid en verantwoordelijkheid, maar we staan voor een innerlijke strijd, een neiging tot zonde die concupiscentie wordt genoemd. Deze drang naar het kwaad is in ieder van ons aanwezig, zoals Sint-Paulus beschrijft in Romeinen 7, 15-23, waar hij spreekt over de strijd tussen het willen doen van het goede en uiteindelijk het kwaad doen.
De leer van de erfzonde is cruciaal omdat ze onze behoefte aan redding onthult. Zonder deze leer zou de missie van Christus geen zin hebben. Hij kwam naar de wereld om de mensheid te verlossen, om ons te bevrijden van deze geërfde conditie. Door Zijn dood en verrijzenis heeft Jezus ons een weg naar verzoening met God geboden. Romeinen 5, 12-21 spreekt over hoe de zonde in de wereld kwam door één mens, Adam, maar hoe de redding kwam door één, Christus.
Wij, katholieken, begrijpen ook dat de doop essentieel is in dit proces. De doop reinigt ons van de erfzonde en geeft ons nieuw leven in Christus. Jezus zelf zei: "Niemand kan het Koninkrijk van God binnengaan, tenzij hij geboren wordt uit water en Geest" (Joh 3, 5). Dit sacrament is de eerste stap naar een leven van genade en heiligheid. Zonder dit blijven we gevangen in de conditie van de zonen van Adam, ver verwijderd van het goddelijke leven.
-
CIC 387
-
CIC 405
-
CIC 407
-
CIC 417
-
Compêndio do Catecismo da Igreja Católica 76
-
Genesis 3, 1-19: Het verhaal van de val van Adam en Eva, de oorsprong van de erfzonde.
-
Romeinen 5, 12-21: Toont hoe de zonde binnenkwam door Adam en de redding kwam door Christus.
-
Johannes 3, 5: Jezus leert dat de doop noodzakelijk is om het Koninkrijk van God binnen te gaan.
-
Romeinen 7, 15-23: Sint-Paulus spreekt over de innerlijke strijd tussen de wens om het goede te doen en de neiging tot zonde.
-
Efeziërs 2, 1-5: Toont hoe we dood zijn in de zonde, maar levend door de genade van God.
Hoewel alle inspanningen worden geleverd om de nauwkeurigheid en naleving van de leer van de Katholieke Kerk te waarborgen, erkennen we dat er fouten kunnen optreden in de interpretatie of presentatie van de informatie. Als u een antwoord of inhoud vindt die in strijd is met de officiële leer van de Kerk, vragen wij u vriendelijk om ons hiervan op de hoogte te stellen. Wij zijn toegewijd aan het snel herzien en corrigeren van eventuele fouten die worden geïdentificeerd.
Wij begrijpen dat trouw aan de leer van de Kerk essentieel is en daarom waarderen wij de samenwerking van gebruikers om de integriteit van de gepresenteerde inhoud te waarborgen.
Wij danken u voor uw begrip en toewijding aan het katholieke geloof.